Eindelijk naar Zwitserland en hoe een topwedstrijd in de smaak viel

De vakantie naar Zwitserland en Oostenrijk stond even op losse schroeven: de weersvoorspelling zag er niet fantastisch uit en als er een alternatieve regio zou zijn geweest met beter weer zou dat in het kader van het vliegen zeker in overweging worden genomen. Maar ik was nog maar één keer in Zwitserland geweest, nog nooit in de Dolomieten, en ook maar één keer in Oostenrijk, dus voor mij was de keus eigenlijk al gemaakt…

Gelukkig blijkt er nergens op rijafstand beter weer voorspeld te zijn. Groen licht voor Zwitserland dus. Let’s go! Lode heeft op het allerlaatste moment, een week van tevoren, gehoord dat hij mag deelnemen aan de Paragliding World Cup in Disentis. Een prestigieuze wedstrijd die vooral leuk is omdat je dan samen kunt vliegen met de ‘grote namen’ uit de paraglidingwereld. De toppiloten van Europa en daarbuiten verzamelen zich er, de piloten die je normaal ziet als deelnemer in grote races zoals de Red Bull X-Alps, in tijdschriften zoals Cross Country Magazine en op podiumfoto’s ziet staan, zitten nu gewoon naast je in de stoeltjeslift of tijdens de briefing op de start. Lode wil graag ontdekken of hij een beetje kan meekomen in zo’n wedstrijd. Hoe hoog zou het niveau eigenlijk zijn? Is het een kwestie van achteraan in de lucht en de resultaten bungelen, zijn die toppiloten binnen vijf minuten uit het zicht verdwenen, of is het een kwestie van gewoon meedoen en geen domme fouten maken?

Zelf doe ik niet mee aan die competitie, maar Jocelyne komt langs (zij woont zo’n 3,5 uur verderop in Freiburg) en ik kijk ernaar uit om weer te kunnen bijkletsen en ‘vrij vliegen’!

Headquarters van de competitie is bij hotel Sax en we hebben gehoord dat we tijdens de competitie op het grasveld ernaast mogen ‘kamperen’. Het is praktisch gratis, zeggen de Zwitsers, namelijk 10 euro per nacht. Haha! Vergeleken met de officiële camping en met een hotelkamer is dat natuurlijk ook wel bijna gratis, en we zijn er heel blij mee want de rest van de dagen hoeven we niet meer met de auto heen en weer te rijden en hebben we een goede en rustige plek. Het is er niet helemaal vlak dus na veel keren en draaien met de auto en verschillende plekken te proberen, denken we de juiste plek gevonden te hebben. Alleen nog even een blok onder het rechtervoor- en achterwiel om te levellen. Zoals altijd rijdt Lode en geef ik aanwijzingen. ‘Verder, verder, verder, STOP!’. Oh, iets te ver, we zijn over de leveller heengereden. Die zit nu een beetje klem onder de voorbumper en ik weet nog niet of we voor- of achteruit moeten rijden om ‘m probleemloos los te krijgen. Ik stop daardoor even met helder communiceren en Lode rijdt vooruit.. KRAK. De halve bumper ligt eraf. Oh nee he, daar hadden we echt geen zin in. Een groepje kampeerders kijkt van een afstandje mee en lacht…. Ik beeld me maar in dat ze ondanks het uitlachen toch een beetje medelijden met ons hebben 😉 Gelukkig hebben we precies genoeg gereedschap bij ons om het te fixen. We zoeken tussen het gras de weggesprongen pluggen en schroeven en Lode ligt al snel half onder de auto om de bumper opnieuw te monteren. Hopelijk blijft die de rest van de reis goed zitten!

Intussen hebben we op zaterdag wel een eerste vlucht kunnen maken, niet zo lang maar toch mooi. De start ligt zo hoog dat het Zwitserse uitzicht al imposant is maar helaas lukt het mij nog niet om ver genoeg omhoog te thermieken om over de ridge heen te kijken naar de gletsers die erachter liggen. Na de briefing bovenaan de cabinelift vertrekt Lode met de competitie verder naar boven met de Gendusas stoeltjeslift voor een trainingstaak (die telt dus niet mee voor de resultaten). De stoeltjeslift gaat alleen ‘s ochtends open voor groepen van meer dan 10 personen. Ook als je zelf met een groepje mensen gaat vliegen kun je van tevoren bellen of mailen en dan zorgen ze dat er personeel aanwezig is om de lift open te doen. Ik wacht even op Jocelyne die nog moet arriveren vanuit Freiburg en we wandelen samen het tweede stuk omhoog. Met een dikke 200 hoogtemeters voelt de wandeling aan als iets meer dan de hoogste start in de Ardennen..

De volgende dag wordt het slecht weer. Cloudbase is heel laag, er is weinig kans op verbetering in de namiddag, en het gaat ’s middags regenen. We kunnen ongeveer droog ontbijten en vertrekken daarna op een wandeling op de flanken van de vallei. Het pad ligt in de natuur maar laag genoeg om onder de wolken te blijven. Perfect dus voor vandaag. Op de heenweg zien we een ‘selfservice’ winkeltje: een veredeld tuinhuisje met daarin twee koelkasten met kaas, eieren en vlees, een vrieskastje, en een kast met jam en honing. Er staat een klein geldkistje bij om je aankopen af te rekenen, volledig op basis van goed vertrouwen. ‘Hier komen we nog terug’ zeggen we tegen elkaar! Toevallig is de boer bezig in de stal: het ziet er spik en span uit want de beesten staan de hele zomer buiten. We wandelen zo’n 8 km tot aan het dorp Sedrun. Naar goede gewoonte even langs de kerk om een kaarsje aan te steken en dan op zoek naar een lekkere pretzel, ruim belegd voor lunch. De lucht wordt steeds donkerder, maar in al mijn koppigheid wil ik toch het liefst langs de andere kant van de vallei terugwandelen (dezelfde weg terug… dat is toch saai!). Deze route is wel iets langer, en inderdaad, na wat geslinger in het bos, langs zomerhuizen en grote weiden, bijna rijpe pompoenvelden en watervalletjes, begint het te regenen. En niet zo’n beetje ook. We kunnen nog één shortcut nemen en komen weer langs de boerderij met de selfservicewinkel. Juist als we het tuinhuis betreden begint het nog een beetje harder te regenen. We nemen dan maar ruim de tijd om iets lekkers uit te kiezen en als het ergste voorbij is, wandelen we verder. Lode heeft twee worsten en ik een stuk kaas bemachtigd 😉 Na de wandeling hebben we afgesproken om met Jocelyne en enkele andere piloten bij een van hen in een appartementje bosbessentaart te bakken. Zij zijn namelijk per mountainbike de bergen in getrokken om verse bessen te plukken en tegen de tijd dat wij bij het appartement aankomen, staat de taart al bijna in de oven. Wat een perfecte binnenactiviteit voor zo’n druilerige middag. Als de taart klaar is en op tafel staat begint er een lange, typisch Zwitserse discussie (tenminste, wij vinden het getuige van Zwitserse karaktereigenschappen) over wat de meest perfecte en eerlijkste manier zou zijn om een rechthoekige taart in vijven te verdelen. Eindelijk na 20 minuten discussie mogen we hem aansnijden en opeten. Ik heb het niet getimed, maar na niet al te lange tijd is’ie volledig op! Jummie.

De volgende dag is het beter weer en staat er voor de PWC een taak van 100 km op het programma. Lode doet het fantastisch en vliegt de eerste 80 km in de top 25, het grootste deel van de route samen met Seiko en Chrigel Maurer om maar enkele topnamen te noemen! Helemaal happy eindigt hij ergens in de vallei, helaas niet op goal maar toch: het is bewezen dat de PWC leuk is en dat je niet achteraan hoeft te bungelen in de race omdat het niveau best te behappen is. Dat belooft wat voor de planning van volgend jaar… Ik begin de ochtend vroeg door met Jocelyne omhoog te wandelen naar de start. Zij met haar lightweight uitrusting en ik zonder pakzak (die neemt Lode met de lift mee naar boven). Het is een mooie wandeling, een klim van 900 hoogtemeters, precies ver genoeg om leuk te blijven. Ik ben met mijn relatief ongetrainde benen stiekem wel blij dat ik geen pakzak hoef te dragen. We klimmen nog 50 meter hoger dan de competitiepiloten waardoor we op een kleine onofficiële startplaats staan die we maar hoeven te delen met enkele andere piloten. Zodra de meeste competitiepiloten vertrokken zijn, gaan wij ook. We vliegen het eerste deel van de route zonder problemen, cloudbase is hoog en het uitzicht is fantastisch, alleen de wind is redelijk fors. Na 23km zie ik het daardoor niet meer zitten. De vallei maakt er even een rare kronkel en ik weet niet of er aan de andere kant nog veel ruime landingsopties zijn. Die onzekerheid in combinatie met de sterke wind geven mij het idee dat het een goed moment is om te gaan landen. Er landen ook enkele competitiepiloten in het veld in Breil/Brigels. Samen met Jocelyne heb ik binnen no-time een lift terug naar Disentis, precies tot waar onze busjes staan bij het hotel. Tijd zat om nog te relaxen, kletsen, eten voordat Jocelyne terug naar huis reist. Lode en ik beslissen om de volgende ochtend verder te rijden want het weer ziet er voor de komende dagen vreselijk slecht uit. We slapen nog een nachtje op ons kampeerterreintje en zeggen dan Disentis gedag en beginnen aan onze rit richting de Dolomieten, waar we hopelijk Gaby en Steef ontmoeten tijdens hun camper-sabbatical!

Plaats een reactie